Deze Oude Lieve Vrouw

Het volledige gedicht is leesbaar op de werfpanelen op de Handschoenmarkt. Mijn partner in crime, vormgever Jelle Jespers, plaatste de laatste strofe op de werfdoeken, in haperende letters. De kathedraal daagt je uit om niet te snel aan haar voorbij te gaan, maar om even bij haar stil te staan.

Deze Oude Lieve Vrouw

Al eeuwen waak ik over alle dakenpriem ik prompt het zwerk in, voel ik de richtingvan de wind, stel ik een vraag die niemand kent

Verheven in mijn kantwerk van steenonderging ik het allemaal, de vlamAmenbeeldenstormers, ze likten mij uit, Amij leeg

Ik ben een vrouw van vele ribben en beukenmaar bleef staande, een kranige bejaardemet een beiaard die al eeuwen luidt

Nu zie ik iedereen aan mij voorbijgaanslechts een enkeling bezoekt mij nogpraat met zachte stemmen in het duister

Ik voel mij kromtrekken op gekartelde sepiaansichtkaarten, je kan jezelf kijkend naar mijde geschiedenis inschrijven, maar laat mij niet alleen

Van het verleden zijn. Meer nogdan onder een Alziend oog ben ik het oogvan de storm van de stad, tijdloos toevluchtsoord

Welaan dan, laat de stilte in u galmeneen koor uit u kiemen, eer uw ouden van dagenen zij zullen voor u pralen, in onverlichte nissen

Liggen mijn geheimen verscholenin meesterlijke drieluiken ga ik voor u openlaat mij u midscheeps met verstomming slaan

Schrijf deze oude lieve vrouw niet afal hang ik aan katheters, aarzel nietvooral nu ik haper

nader.