Mirage

               Ik struinde met haar door de winkelstraat

               zag ons schimmig in een ruit weerspiegeld

met de haartjes op mijn armen veerden

duizenden soldaten recht, in welke bochten

wrong de geschiedenis zich niet, uit hoeveel

gesmoorde stemmen is onze stilte opgetrokken

               hoe diep donker geronnen onder ons de bloedrivier

               en bleek de mikado van botten

opdat ik hier samen met haar, opdat zij niet

van mij losgescheurd en op een trein gezet

opdat wij arm in arm in een winkelstraat domweg

een plantje kunnen kopen voor ons nieuwe huis

               wij, schemerig in de etalage, zijn de mirage

               waar ooit mensen zelfs niet van durfden dromen

straks vegeteren de laatste veteranen, op wikipedia 

is de oorlog netjes in hoofdstukken geklasseerd

wij vergeten hoe wankel onze wandel is, zelfs

brede straten blijken toch nog slappe koorden

               ik speld een ster op haar borst, wat zeg ik, sterren

               planeten, konden we de vrijheid maar gevangen nemen

Dit stadsgedicht schreef ik, in opdracht van de stad, naar aanleiding van de herdenking van de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar na de bevrijding van Antwerpen. Het werd gepresenteerd in één van de bunkers van het stadspark.